NOFIRNO nu ook geschikt voor vloeistofkerende omwallingen van methanol-opslagtanks

De Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen (PGS 29) stelt eisen aan doorvoeringen door een vloeistofkerende omwalling van een tankput. Op basis van onderzoek concludeerde Kiwa vorig jaar dat het NOFIRNO-systeem van Beele Engineering ruimschoots voldoet aan de functionele eisen die in de PGS29 worden gesteld aan doorvoeringen voor omwallingen van tankputs voor benzine- en dieselopslagtanks. Aanvullend Kiwa-onderzoek heeft nu aangetoond dat het afdichtsysteem van Beele Engineering ook kan worden toegepast in omwallingen van methanol-opslagtanks waarvoor in de PGS29 specifieke, aanvullende eisen worden gesteld.

Het NOFIRNO-afdichtsysteem is daarmee bestand tegen een extreem hoge waterstand aan de buitenzijde van de omwalling en gedurende 72 uur ook tegen methanollekkage bij een hydrostatische druk van enkele meters vloeistofkolom. Verder blijft het afdichtsysteem intact gedurende een 2 uur durende plasbrand. Daarnaast blijft het afdichtsysteem vloeistofdicht bij verplaatsingen in de lengte- en laterale richting van de doorvoering.

Achtergrond

Doorvoeringen en afdichtsystemen voor buizen en kabels voor vloeistofkerende omwallingen rondom methanol-opslagtanks kunnen aan serieuze rampen worden blootgesteld. Zo kan het methanol zich als gevolg van lekkage aan de tank ophopen in de omwalling. Ook fungeert de omwalling in geval van brand als barrière voor het bluswater naar de omliggende omgeving. Bij dergelijke calamiteiten neemt de hydrostatische druk op de doorvoering en het afdichtsysteem fors toe. Met het NOFIRNO-systeem hebben klanten nu de zekerheid dat het afdichtsysteem bij dergelijke rampscenario’s intact blijft.

PGS 29

Omdat de bovengrondse opslag van methanol in verticale cilindrische tanks veiligheidsrisico’s met zich meebrengt heeft de Adviesraad Gevaarlijk Stoffen veiligheidsrichtlijnen vastgelegd in de Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen (PGS 29). Kiwa heeft de eisen die in de PGS 29 aan doorvoeringen worden gesteld, vertaald naar risicoscenario’s. Daaruit zijn functionele eisen opgesteld voor de doorvoeringen. Daarbij is steeds uitgegaan van zogenaamde worst case scenario’s. De scenario’s hadden betrekking op de vloeistofdichtheid, brandwerendheid en onverwachte zettingen.